GS1-128 of EAN-128: de barcode in de logistiek

GS1-128 ook wel EAN-128 genoemd, is de internationale standaard voor barcodes die gebruikt wordt in de logistiek voor de opslag en uitwisseling van productinformatie. Barcodes zijn één van de meest efficiënte manieren om inkomende en uitgaande goederen in het magazijn te beheren, maar bezorgen ook veel hoofdbrekens aan logistiek managers.

In dit artikel bekijken we GS1-128, welke gegevens deze bevat en de huidige toepassingen in het magazijn. U leest dit hieronder.

Wat is GS1-128 of EAN-128?

GS1-128 is een internationale code die wordt gebruikt bij de productie, de opslag van producten en de voorbereiding van zendingen. De barcode wordt veel gebruikt in de logistiek en bestaat uit numerieke en alfanumerieke tekens die de kenmerken van een product tonen, zoals het partijnummer, de productiedatum of de vervaldatum van het artikel.

De norm werd EAN-128 genoemd tot 2005 en werd vervolgens omgedoopt tot GS1-128 en bestaat uit een reeks toepassingsidentificatoren (AI's), waarbij de cijfers een bepaalde betekenis krijgen. Dit garandeert de traceerbaarheid van producten in de hele toeleveringsketen.

Zo moeten de GS1-128-etiketten informatie bevatten die zowel voor de mens als door de machine leesbaar is. Zo vergemakkelijken ze de werking van automatische apparaten (PIE en barcodescanner) en het werk van mensen die verantwoordelijk zijn voor goederenontvangst of orderpicking.

Het doel van codering is om de automatische invoer van gegevens in IT-systemen te optimaliseren. Om in geval van twijfel een dubbele controle mogelijk te maken, bevat het etiket echter ook gegevens die zonder elektronisch apparaat kunnen worden gelezen.

De volgende gegevens kunnen in de GS1-128 worden opgenomen:

• Identificatienummer en aantal producten.
• Gewicht en capaciteit van het product
• Productiedatum of vervaldatum van het product
• Eindbestemming van het product
• Bestelnummer van de klant
• Lotnummer
• Klantcode

Welke gegevens bevat een GS1-128-etiket?

Een GS1-128-label bestaat uit verschillende onderdelen die de logistieke activiteiten sturen: de voor mensen leesbare gegevens, zoals de houdbaarheidsdatum of het ontvangende bedrijf; de SSCC (Serial Shipping Container Code), waarmee bestellingen kunnen worden verzonden; en de barcode die de registratie van productinformatie in het systeem versnelt.

Informatie die leesbaar is voor de mens

Algemene informatie per sector, met informatie zoals het lotnummer, de datum van verzending, de naam van het bedrijf of de onderneming die het product verzendt, enz.

SSCC-code

Via de SSCC (Serial Shipping Container Code) kan de lading in een zending worden geïdentificeerd. Deze code is vooral nuttig om efficiënte leveringen te verzekeren.

De SSCC bestaat dus uit 18 cijfers in totaal, die als volgt zijn opgebouwd:

• Het extensienummer. Dat is een waarde, toegekend door het bedrijf tussen 0 en 9 (eerste cijfer).
• Het GS1-prefix van het bedrijf (7 tot 10 cijfers).
• Volgnummer, afhankelijk van de lengte van het GS1-prefix van het bedrijf (tussen 6 en 9 cijfers).
• Controlecijfer, verkregen via een wiskundige berekening die de integriteit van de hele code weergeeft.

Barcode

Het is een gecodeerd nummer dat een product identificeert en bestaat uit de volgende onderdelen:

• Application Identifiers (AI)
• FNC1 scheidingstekens

AI's zijn numerieke codes van twee of meer cijfers die een categorie gegevens weergeven, zoals het partijnummer (10) of de verpakkingsdatum (13). Het belangrijkste kenmerk van deze codes is dat ze aaneengeschakeld kunnen worden, d.w.z. dat de mogelijkheid er is om meerdere combinaties van AI's aan elkaar te koppelen tot één barcode.

Het FNC1-scheidingsteken is een variabel element dat tussen de verschillende toepassingsindicatoren wordt ingevoerd om ze van elkaar te onderscheiden.

Deze tabel toont de meest voorkomende AI's:

Legenda:

• nX: nummer met een vaste lengte van X aantal tekens.
• n...X: nummer met variabele lengte met maximaal X aantal tekens.
• an...X: alfanumerieke code van variabele lengte met maximaal X aantal tekens.

Voorbeeld: (02)67884344353521(37)23123902(10)34533

Plaats van het GS1-128 etiket

Plaats van het GS1-128 etiket op pallets

Op pallets van minder dan 400 mm hoog moeten de etiketten zo hoog mogelijk worden aangebracht. Echter zonder dat dit het lezen van de code bemoeilijkt en steeds op meer dan 50 mm van de verticale rand.

Op pallets hoger dan 400 mm moet het etiket tussen 400 mm en 800 mm boven de bodem worden aangebracht, waarbij ten minste 50 mm ruimte overblijft vanaf de verticale rand.

In beide gevallen wordt aanbevolen aan beide zijden van de pallet een etiket aan te brengen om de werking van de barcodelezer te vergemakkelijken.

Plaats op dozen of pallets

Als de producten in dozen worden verpakt bepaalt de norm dat ten minste één zijde van de verpakking het etiket moet bevatten. Het is echter aan te bevelen een GS1-128-markering af te drukken voor elke zijde van de doos. Het einde van de code moet zich ten minste 32 mm van de onderkant en 19 mm van de verticale rand bevinden.

Van controlepost naar picking: gebruik van GS1-128 in de logistiek

Barcodes worden gebruikt in de logistiek om productinformatie op één enkel etiket samen te brengen en zo te zorgen voor de automatisering van complexe processen zoals kwaliteitscontrole of orderpicking.

De belangrijkste functie van de GS1-128 of EAN-128-standaard in de logistiek is dus het registreren van de laadeenheden van het product en het invoeren van de belangrijkste informatie over de goederen in het systeem: van de houdbaarheidsdatum tot andere belangrijke logistieke informatie, zoals de verzendingsroutes van het artikel.

Deze oplossing garandeert zowel traceerbaarheid als opvolging van het product in de hele toeleveringsketen en vergemakkelijkt de juiste goederenstroom in het magazijn.

Het GS1-128-etiket speelt dus een sleutelrol bij het beheren van inkomende en uitgaande producten in het magazijn. Maar waar wordt het vooral gebruikt?

• Controleposten voor inkomende goederen: bij het beheer van inkomende en uitgaande goederen in het magazijn zijn geautomatiseerde opslagsystemen gewoonlijk uitgerust met een transportband en een controlepost voor inkomende goederen waar, via een barcodelezer, de productgegevens in het systeem worden ingevoerd, terwijl de afmetingen en de goede staat van zowel de pallet als de goederen worden gecontroleerd.
• Orderpicking: meerdere apparaten zoals de pick-to-light gebruiken barcodes om te kunnen werken. Dit stroomlijnt de orderpicking en minimaliseert de fouten die tijdens dit proces vaak voorkomen.

De toekomst: IoT en WMS

Warehouse managementsystemen kunnen de informatie uit de GS1-128-codes scannen en registreren om de werking van het magazijn te stroomlijnen. Het WMS kan etiketten met de bijbehorende barcodes lezen, ontwerpen en afdrukken op basis van de in het systeem ingevoerde gegevens.

Veel bedrijven schakelen echter over op andere technologieën in combinatie met de barcode of zelfs ter vervanging van de barcode. Dit is bijvoorbeeld het geval met de RFID-technologie. Het GS1-128-label biedt echter vele voordelen waardoor het systeem vandaag onvervangbaar is bij bepaalde handelingen. Bij de ontvangst van goederen bijvoorbeeld zorgt alleen de barcodelezer ervoor dat het juiste label wordt gelezen.

Samengevat bieden barcodes een effectieve oplossing in de logistiek, maar met name in pick-to-light processen, komen andere, meer innovatieve technologieën zoals 5G en het internet of things sterk opzetten. Deze nieuwkomers bieden een veelbelovende toekomst waarin alle elementen van de logistiek met elkaar verbonden zullen zijn en dit zal leiden tot meer efficiëntie en productiviteit in logistieke magazijnen.