De goederenafhandeling en de verzend- en opslagactiviteiten zijn aan constante veranderingen onderhevig en kunnen van grote invloed zijn op het ontwerp van het distributiecentrum. Dit is het geval bij de toepassing van enerzijds het “just in time”-principe bij de afhandeling van grondstoffen en anderzijds bij het gebruik van zeer grote vrachtwagens.
De invloed van "just-in-time”
Met het “just-in-time”-principe (in het Nederlands betekent dit "precies op tijd") wordt de toepassing van een productie- en distributiemethode bedoeld, die zo nauw mogelijk is afgestemd op de werkelijke vraag vanuit de markt op een bepaald moment. Op deze manier probeert men niet meer of minder te produceren of op te slaan dan waar vraag naar is. Hierdoor verkrijgt men een sterkere concurrentiepositie, een grotere commerciële capaciteit en een hogere rentabiliteit.
«Just in time» (JIT) wordt steeds vaker toegepast door de grote productiecentra. Dit heeft als direct gevolg dat goederen doorlopend vanuit magazijnen of externe productiecentra bij de producenten aangeleverd moeten worden. Voor de leveranciers betekent dit, dat zij op hun beurt ook moeten voldoen aan het «JIT-principe» en componenten en grondstoffen moeten leveren overeenkomstig het ritme van de vraag vanuit de assemblagelijnen of de markt.
Om deze diensten te kunnen leveren, moeten de distributiecentra zeer flexibel zijn en enorme hoeveelheden goederen in zeer korte tijd kunnen ontvangen en verzenden. Daarom moeten deze magazijnen worden voorzien van ruime toegangszones, die zo ingericht zijn dat ze kunnen voldoen aan de vereiste tijds- en nauwkeurigheidseisen, en tevens beschikken over een hoge ontvangst- en verzendcapaciteit, waarbij zelfs automatische laad- en lossystemen kunnen worden toegepast.
Voertuigen van grote afmetingen
De tweede factor die van grote invloed is op het ontwerp en de inrichting van de toegangen van een magazijn is het toenemend gebruik van grote vrachtwagens. Dit soort voertuigen wordt steeds vaker ingezet vanwege de noodzaak te besparen op de transportkosten en omdat op deze manier de transporten geoptimaliseerd worden.
De afmetingen en het gewicht van vrachtwagens voor wegtransport worden in ieder land bepaald door de daar geldende richtlijnen. Deze richtlijnen bepalen over het algemeen de maximale lengte van vrachtwagens met aanhangwagen (18 m), van combinaties (16,5 m) en van opleggers (13,6 m). Het maximale gewicht mag niet meer bedragen dan 14 ton bij een enkelvoudige as en 18 ton bij een tandemas, met een maximaal gewicht van 40 ton per voertuig.
Er rijden in veel landen van de Europese Unie echter Ecocombi’s of LZV’s (Langere en Zwaardere Vrachtwagens) van meer dan 18 m lang. Met het verdwijnen van de grenzen binnen de EU en door het steeds intensievere gebruik van intermodaal vervoer, - waarbij het goederenvervoer per spoor wordt gecombineerd met dat over de weg -, vindt deze tendens beetje bij beetje ook ingang in andere landen, zoals het geval is in Spanje.
In de Europese havens worden steeds vaker containers van 14,60 en 16,15 m lang (48 en 53 voet) gebruikt, waardoor het transport over land zich moet bedienen van opleggers die langer zijn dan die voorgeschreven zijn in de richtlijnen. Bovendien worden er steeds vaker wissellaadbakken met een gewicht van 37 ton per intermodaal vervoer verzonden. In de praktijk blijken deze bakken echter vaak 45 ton te wegen, waardoor het transport over de weg ook weer de norm van maximaal 40 ton per voertuig overschrijdt.
Zeer lange vrachtwagens, - de Ecocombi’s of LZV’s -, vormen een serieus probleem bij het ontwerpen van de manoeuvreerruimtes; het is daarom belangrijk dit vooraf in te calculeren en deze zones voldoende ruim op te zetten.
Niet alleen de lengte, maar ook de hoogte van vrachtwagens is gelimiteerd en wel tot maximaal 4 meter. Fabrikanten van dit soort voertuigen hebben al modellen ontworpen, bekend onder de naam «high cube», waarbij de container hoger is, maar waarbij, om de maximumhoogte niet te overschrijden, de laadvloer is verlaagd. Dit heeft een groter volume als resultaat.
Bij het ontwerpen van het magazijn moet hier rekening mee worden gehouden omdat dit tot gevolg heeft dat er vrachtwagens zijn met verschillende laadvloerhoogtes die allemaal correct moeten worden gelost en geladen bij de laad- en losperrons.
.